donderdag 19 december 2019

Het theewater





Hopelijk zal er flink gelachen worden, nu men na zijn dood herinneringen begint op te halen. J.A. Deelder was een aansprekende dichter, die een publiek bereikte dat normaal niet bovenmatig in poëzie was geïnteresseerd. Zo’n actieradius had zijn kompaan Herman Brood ook, met wie hij samen werd vastgelegd in een van de bekendste gedichtsongs uit de recente geschiedenis.
Van Deelders poëzie ben ik geen kenner, wel een stille bewonderaar. Om precies te zijn trok ooit het boek Vrijwel alle gedichten aan mijn oog voorbij als in een trip met gegarandeerd positieve effecten. Mij overviel vooral verbazing. Ik dacht dat Deelder een Zestiger was, maar zijn beginperiode deed me aan Lucebert denken.
Fijn vond ik verder dat zinsneden na lustra en decennia konden terugkeren. Da’s compositie en die verbind ik met jazz, het ogenschijnlijk zo geïmproviseerde en ratioloze genre waarop Deelder tuk was. En waarmee hij ten slotte nog iets bijzonders uitrichtte.
Nu heb ik het boek opgesnord om bij potloodstreepjes een paar van zulke catchphrases te noteren: ‘De schoonmaker past de schoen die hij aantrekt’, ‘De werkelijkheid is een schaap met vier poten’, ‘Kijk eens in mijn reet of het theewater kookt’.
Passend ook dat hij die waarheden als koeien telkens anders op het blad ordende. Jazz zoekt zonder tegenbericht naar de ideaalste oplossing.
Bij de dood van een bekendheid hoort de frase dat deze zijn of haar tijd ver vooruit was, waarna een uitspraak tot bewijs dient. Ik ben daarom blij dat bij J.A. Deelder ook een ongelijk valt op te halen. Door de jaren heen bevatten zijn gedichten meermaals de observatie ‘Daar rijdt langs de wolken een boer op zijn fiets’. Dat mocht die boer willen. Vooralsnog dokkert een tractor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten