donderdag 13 maart 2014

T.a.v. de goede verstaander


Jacques de Vaucanson had het slim bekeken: wel de lusten, niet de lasten. In 1739 stelde hij een eend tentoon waarvan de vleugels wapperden. Het ding dronk water en at en verteerde, terwijl in werkelijkheid de kaka in een apart reservoir zat. Volgens hardnekkige, onbevestigde geruchten zal een themanummer uit de komende jaargang van Reader’s Digest onthullen dat De Vaucanson een canard van jewelste voortbracht.
Ik wist daar uiteraard niets van toen ik boeken begon te publiceren. Vanaf de eerste bladzijde komen er eenden in voor. Ik heb dat altijd innemende dieren gevonden, die bij jong en oud geen kwaad kunnen doen. Vergeten wordt bijna dat ze naast hun geestige loopje, dat Chuck Berry inspireerde, goed zwemmen en ook een aardig potje vliegen.
Op het beest zijn stripverhalen van de familie Duck gebaseerd, en in mijn jeugd was er de televisiereeks Calimero die nog dient om politici te stereotyperen, zowel in Nederland als in België.
In die tijd serveerde de popmuziek, broederlijk verdeeld over gitaar en toetsen, minstens twee technische vernieuwingen uit waarvan het geluid onmiskenbaar aan eenden deed denken: de clavinet (het nog steeds verbluffende ‘Superstition’ van Stevie Wonder) en de in het gebruik wat wonderlijk ogende talk box (de intro en tussenstukken van ‘Show me the way’ van Peter Frampton).
Later leerde ik op school over de kwalificatie loquax, waarin vanuit de oudheid de eend al te horen viel. Ze ging verbanden aan met vrouwen op leeftijd, in een idioom dat wereldbeelden ver weg is komen te liggen vertaald als ‘snapzieke oude bessen’. Hun bezigheid heet in goed Brabants kwekken en blijkt Konrad Bayer te hebben geïnspireerd.
Bovendien is er de Lelijke Eend, een aandoenlijk personage uit een sprookje van Andersen én een nogal opvallende auto die ook kortweg Eend wordt genoemd. Ook deze Deux Chevaux lijkt te behoren tot de verleden tijd. Hij was goedkoop, reed niet snel en scheen de harten te hebben veroverd van mensen die meesmuilend ‘hippies’ werden genoemd. Misschien was het daarom dat de Eend destijds al op zijn retour was en dat hij idealistische ideeën representeerde die gestaag aan weerklank verloren.
Een statussymbool? Ik kende de Deux Chevaux vooral als wagen voor muzikanten, die er via de achterklep hun instrumenten makkelijk in kwijt konden. Hij viel onder het merk Citroën. Over een geavanceerder type daarvan, de DS die doorging voor een snoek, bleek Roland Barthes scherpzinnige dingen te hebben geschreven (Déesse). Maar dat ontdekte ik pas toen ik ook eend had gegeten, nogal botrijk, uit de Chinese keuken.
Enzovoorts.
Het openingsgedicht van mijn debuut De gezel eindigde met de regel: ‘En wat zit je nou met die eend voor het raam’. Toen ik begon te publiceren was er namelijk een rage om uit triplex gezaagde dieren op de vensterbank te zetten die voor tulp of roos speelden. Ook had ik buren die, aan de andere kant van het raam, een donkerrode Eend parkeerden.
Ik wou eigenlijk altijd volle bak geven met mijn werk. Voor zover het anklang gekregen heeft, gebeurde dat in België, waar je volgens een spreekwoord een kat een kat moet noemen. Er werd beweerd dat ik principieel meerzinnigheid ontplooi. Deze week is mij gebleken, nota bene bij de Franse les, dat de Deux Chevaux daar geit wordt genoemd.
Wacht even, geit is toch chèvre?
De eend – mijn eend – afwezig en onbegrepen in het land van genade! En wat moet ik met een geit voor het raam? Daar gaat mijn uitzicht! Wanneer ik het raam open om hem dat mee te delen, komt het aroma me tegemoet. Stel dat hij naar binnen springt, dan schijt hij mijn hele werk onder. Beseft zo’n beest eigenlijk wel hoeveel manuren er kruipen in het schrijven van boeken?
Stomme geit.
Hebben de Belgen me gepaaid met beleefdheidsfrasen? De Deux Chevaux gaat er trouwens eveneens door het leven als wippertje en in Engeland kiest men met de tin snail voor een slak.
Volgens het woordenboek is ‘geiten’ een onschuldige activiteit voor meisjes onder elkaar. Mij is bericht dat het ontwijken van risico’s in het Duits ‘ducken’ genoemd wordt. In Nederland heeft men het dan over ‘zich drukken’, maar ‘ducken’ doet eerder denken aan de loop van een eend terwijl die in Duitsland, ondanks de globalisering, heus geen duck is maar Ente, in het lokale circuit ook bekend als Deux Chevaux.
Daar zit je met je handen in je haar dat je uit het hoofd trekt terwijl je in de weerspiegeling nog ziet dat het grijs is geworden van de eerbied voor de waggelende mobiliteit van betekenis.

2 opmerkingen:

  1. Ook Beckett zwoer bij zijn 2CV

    http://jjpollet.wordpress.com/2014/03/04/i-could-not-drive-a-yellow-car/

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Terwijl Jan Hoet meer van de geit was (in latex):

      http://www.standaard.be/cnt/dst03062002_042

      Verwijderen